Wie werden voor straf in olie gekookt?

Cor de Graaf van het Regionaal Archief Leiden hield in de Lakenhal een lezing over een valsemuntersbende.

Hoe werd geld vroeger gemaakt?
Net als nu werden munten vroeger geslagen. Ze werden gemaakt van een metaal met een bepaald gewicht. Zo waren ze allemaal hetzelfde waard. Die stukjes metaal werden gesneden uit grotere stukken. Daarna werd een stempel erin geslagen. Dat gebeurde met veel kracht en lawaai. Een schroefpers of gieten van de munten was stiller.

Mocht iedereen munten slaan?
Niet iedereen mag geld maken. In de zestiende eeuw bestond het muntrecht: muntheren en steden met dat recht mochten munten slaan. Op de munten kwam hun naam, zodat iedereen wist wie ze had gemaakt.
Valsemunters maakten vals geld. De munten zijn dan van goedkoper of minder metaal. Ze zetten geen naam op de munten. Dan had je ook nog iets ertussenin: hagemunters.

Hoe gingen valsemunters te werk?
Anthonis van Eembrugge was vanaf 1578 muntmeester en hagemunter in Hedel. Anthonis had zulke grote schulden, dat hij ook valse munten ging slaan. Dat deed hij gewoon in de Hedelse munterij, samen met zijn medewerkers. Hij sloeg Hollandse daalders en rozenobels: munten die in Gelderland niet thuishoorden. In 1584 werd Anthonis’ bende gearresteerd. Zijn munterij werd gesloten. Anthonis kwam weer vrij en de bende verhuisde naar Kampen. Daar kwamen Jan Fredericxz en zijn vrouw Jannetje Hendricx erbij. Ze werkten zo hard, dat er overal vandaan klachten binnen stroomden over de Kampense daalder. Toen Anthonis in 1586 zijn daalder aan het verspreiden was in Hoorn, werd hij opgepakt. Hij werd gevangen gezet in Enkhuizen en op de pijnbank verhoord.

Welke straf kreeg een valsemunter?
Anthonis werd veroordeeld tot een kwartier op het schavot staan met een keten van valse munten om zijn hals, brandmerken op beide schouders, een boete van 6000 gulden en verbanning uit Enkhuizen.
De Staten van Holland vonden deze straf veel te licht en trokken de zaak naar zich toe. Toen in 1591 werd voorgesteld om Anthonis gratie te verlenen, omdat er iets was misgegaan met papierwerk, veroordeelden ze hem snel op 11 februari 1591 tot executie met de koorde (wurging).

Zaten er ook valsemunters in Leiden?
Anthonis’ bende in Kampen ging na zijn arrestatie gewoon door. In 1587 waren Jan Fredericxz en Jannetje Hendricx naar Leiden vertrokken, waarschijnlijk om hier vals geld te verspreiden. Jan kocht en verkocht een huis aan de Middelstegracht. Dat was een goede manier om vals geld uit te geven en hij kocht meteen weer een huis; nu aan de Hooigracht. Een ander bendelid, Pieter Thijsz kwam ook naar Leiden. In 1589 ging Jan naar Kampen om gereedschap op te halen. Zo konden ze aan de Hooigracht verder gaan met het maken van valse munten. Ze konden midden in de stad geen munten slaan in verband met de herrie, dus aan de Hooigracht werden munten gegoten. Ook hadden ze een werkplaats in de duinen bij Katwijk, waar munten gewoon geslagen konden worden.

Hoe liep het af met de Leidse bende?
Jan Fredericxz werd eind mei 1590 opgepakt in Den Haag. Begin juni werd hij veroordeeld: wurging, na eerste met een ketting van valse munten om zijn hals op het schavot te zijn tentoongesteld, verbranding van zijn lijk en tentoonstelling daarvan buiten de stad aan een paal met de muntenketting boven zijn hoofd. Pieter Thijsz kreeg op 26 juni ongeveer dezelfde straf. De enige die nu nog over was, was Jans vrouw, Jannetje. Zij was allang gevlucht. Ze werd tot dezelfde straf veroordeeld, maar ze is nooit opgepakt.
Haar drie kinderen van 18, 13 en 4 jaar bleven op de Hooigracht wonen.

Leukste vraag:

Welke straf kregen valsemunters rond 1580? Tot 1500 was de gebruikelijke straf de ketelstraf: gekookt worden in hete olie, water of wijn. De overgrootvader van Anthonis’ vrouw had die straf nog gekregen. Na 1500 werd de straf vervangen door ophanging, wurging of verbranding.









Eembrugse rozenobel. Foto: Geldmuseum.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten